zondag 25 oktober 2015

Kleuters voor de herfstvakantie

De laatste twee dagen voor de herfstvakantie heb ik een groep kleuters. 20 paar ogen kijken me nieuwsgierig aan. Dat zijn er te weinig. In de 'EHBI' (eerste hulp bij invallen) stond dat er 24 kleuters in deze groep zitten, de stagiair zei 25. Even later komt de conciërge de klas in. 3 zieken, meldt hij. Ik vraag hem wie er dan ziek zijn, omdat ik er meer dan 3 mis. Dat weet hij niet en moet hij nakijken. Even later komt hij terug en meldt dat er 4 zieken zijn en dat er één meisje is dat wel op de lijst staat maar dat verhuisd is. Probleem opgelost, maar toch is dit bij een grote school best lastig. Op kleine scholen zijn eigenlijk alle leerlingen wel bekend, op een grote school is dat onhaalbaar en voornamelijk bij de kleuters. Zij zitten nog maar net op school en moeten nog wat 'bekend worden'.

De twee dagen zijn erg gezellig, zonder al te veel bijzonderheden. Bij beeldende vorming staat de lampion op het programma, waar een aantal kleuters bij het juiste tafelgroepje er lustig op los prikken. T. kijkt me een beetje hulpeloos aan. Hij vindt het maar niks. Ik laat hem een stukje zien en geef dan een tip hoe de robot uiteindelijk uit het papier komt. Als ik even later weer bij hem kom, zie ik dat hij mij wel ongeveer nadoet, maar dan met zo'n 3 millimeter tussen de geprikte gaatjes. Dat gaat niet werken. Eigenlijk moet ik wel lachen, het doet me denken aan mijn eigen kleutertijd. Ik weet er niet heel veel meer van; af en toe komen er wat dingen boven drijven. Zo ook dat ik aan prikken een gruwelijke hekel had; ik knipte liever. Prikken duurde zo lang. En dat is precies wat T. ook vindt. Als hij eindelijk één robot af heeft wil hij niet meer verder prikken. Morgen weer. Nu eerst in de bouwhoek. S. vindt het daarentegen wel heel leuk. Hij prikt er lustig op los en heeft binnen no-time een robot af. Hij wil wél verder met de tweede. Ook deze gaat heel goed, tot hij halverwege in zijn vinger prikt. Ik weet niet hoe hij het voor elkaar heeft gekregen gezien de prikplek in de vinger, maar hij huilt tranen met tuiten en kruipt bij me op schoot. Samen kiezen we een pleister uit die ik voorzichtig op zijn vinger plak. Daarna wil ook hij niet meer verder prikken. Ik zie 4 kleuters bij de priktafel nu angstig naar hun prikpen kijken. Dit incident maakt het prikken nog impopulairder..

Bij het buitenspelen op vrijdag is het wat nattig en koel, maar ik wil toch graag even met de kinderen naar buiten. Mijn overbuurjuf is het met me eens. Het is namelijk speelgoedochtend, deze vrijdag voor de vakantie, en alle kinderen mochten speelgoed meenemen. Dit is ook te merken aan de drukte in de klas. Maar even buiten uitrazen dus. Op een gegeven moment komt M. naar me toe, op één sok (drijfnat), half hinkelend. Hoe weet hij niet, maar zijn schoen is uit en wil niet meer aan. Ik trek zijn sok uit en help hem in zijn schoen. De overbuurjuf let op beide groepen terwijl ik met M. naar binnen ga om schone sokken aan te doen. 

Eenmaal weer buiten komt T. naar me toe. 'Mama?' Ik moet lachen en hij lijkt te beseffen dat wat hij zei niet helemaal klopt. Hij wordt spontaan rood. 'Eeeh, juf, bedoel ik...' 

 :

Vrijdagochtend stuiteren de kinderen dus behoorlijk door de speelgoedochtend dus ik besluit een aflevering van Moffel & Piertje aan te zetten. Een goede actie zo blijkt later, wanneer er ook nog een heel legertje aan jarigen de klas binnenkomt. Hierna kunnen de kinderen nog even vrij spelen en zijn de dagen alweer om. 

En terwijl ik naar huis rijd bedenk ik mezelf nog maar weer eens dat kleuters toch ook wel heel erg leuk zijn. 

zaterdag 17 oktober 2015

Vorige week.

Gevraagd voor 3 dagen op een school waar ik vorig jaar veel geweest ben. Een grote maar leuke school, dus ik ben enthousiast. Het gaat om twee verschillende groepen 4. Vorig jaar heb ik twee van de drie groepen 3 gehad, dus het gros van de kinderen ken ik waarschijnlijk nog wel.

Zij mij ook, blijkt later. Ik sta om half 9 bij de deur om de kinderen welkom te heten. Op die school geven de kinderen de leerkracht een hand. Aan de ene kant is dit prettig; je hebt alle kinderen direct even gezien, er is niet één die op die manier aan je aandacht ontsnapt. Tot je benaderd wordt door een ouder met een vraag, een leerling die iets moet of iets anders waardoor je bij de deur weg moet. Ik geef snel de kinderen in de klas een hand die binnen zijn gekomen toen ik even bij de deur weg moest. Snel neem ik mijn plaats weer in. Een jongetje, compleet met pruillip, is in diep gesprek met zijn moeder. 'Het komt vast allemaal goed vandaag,' zegt ze hem. Het jongetje haalt met een trillend lipje zijn schouders op. Dan ziet hij mij. Ik herken hem nog en weet toevallig ook nog zijn naam (ik heb uitgerekend dat ik vorig jaar zo'n 1000 kinderen les gegeven heb, dus op zich best een prestatie). 'Goedemorgen T.!' Zijn gezicht klaart op. 'Ik ken jou wel!' klinkt het bijna opgelucht. Ook zijn moeder kijkt wat blijer. 'Ga maar gauw naar binnen dan.' Enthousiast huppelt de jongen naar binnen. 'Hij was helemaal zenuwachtig,' vertrouwt zijn moeder me toe. 'De juf had wel gezegd dat er een andere juf kwam en ook je naam, maar hij wist het niet meer. Ik kreeg hem bijna niet naar school vanmorgen.' We kijken de klas in naar T., die luid aan andere kinderen verkondigt dat 'hij mij nog wel kent'. 'Ik ook, ik ook', klinkt het van alle kanten. 'Ik denk dat het wel goed komt vandaag,' zeg ik en we nemen afscheid. 

En ook in de andere groep ben ik nog wel bekend. Een aantal kinderen zijn de woensdag al even bij me langs geweest. Langzaam komt er bij mij ook weer meer omhoog. N. die in eerste instantie heel kort gehouden moet worden, maar later alles voor je doet, D., die nog steeds niet stil op zijn stoel kan blijven zitten, J., die afhaakt met zijn opdrachten zodra er te veel schrijfwerk in zit en M., die je nauwelijks hoort en ziet in de klas maar wel werkt voor tien en alles binnen een mum van tijd af heeft. Donderdags begin ik met een kleine achterstand; de juiste inlogcodes liggen niet klaar en er is geen lijntjespapier beschikbaar voor op het bord. Gelukkig weet de stagiair ICT een website waarmee het papier wel te vinden is en worden ook de inlogcodes snel geregeld.

De dagen vliegen om. Een aantal dingen doe ik anders dan de vaste juf en dit zorgt soms voor wat onduidelijkheden, andere dingen doe ik net zo en er wordt me zelfs verteld dat 'het zo leuker is'. Met de verhalen van de Boze Heks breng ik af en toe wat rust in de groep, wat wel nodig is. Het zijn een stel stuiterballen, maar het gaat verder hartstikke goed. Zelfs zonder inlogcodes of vaste routines. Twee groepen waar ik graag terug zou komen. 

Extra leuke bijkomstigheid:
Een van de dagen kom ik een aantal kinderen uit een hogere groep tegen op de gang. Vorig jaar groep 6, dit jaar groep 7. Toen ik ze les gegeven heb heb ik ze een opdracht gegeven een plattegrond in te tekenen van mijn toen toekomstige huisje. D. vraagt mij vervolgens met glimmende oogjes of ik al in mijn huisje woon, én of ik wat aan de plattegronden gehad heb. Heel leuk om te merken dat die opdracht dus wel indruk gemaakt heeft en dat ze hier dus nog wel mee bezig zijn geweest.  

zondag 11 oktober 2015

Uitdaging

Invallen, elke dag weer een uitdaging. Zeker wanneer het een nieuwe groep is, een nieuwe school. Helemaal wanneer je in de ochtend om 7.00 uur uit je bed gebeld wordt en halsoverkop naar een groep mag/moet. Wat voor groep wordt het? Hoeveel kinderen zitten er in deze klas? Ligt er wat klaar, wisten ze dat er een invaller kwam, of is het onverwacht en val ik ergens middenin? 

Met een beetje geluk zijn het meerdere dagen achter elkaar in dezelfde groep, zodat je de kans krijgt om de kinderen een beetje kunt leren kennen. Inspelen op hun behoeftes. Weten wat er achter het gedrag van Leerling X schuilt of waarom Leerling Y steeds zo zit te gapen. 

Het allerfijnste is wanneer het een school is waar je vaker geweest bent en waar je eerder een positieve ervaring hebt opgedaan met het invalwerk. Een collega die je fijn op weg helpt, of net precies datgene zegt waardoor je weer verder kan of iets kan oplossen. Waar je weet hoe de gang van zaken is en je niet volledig in het duister tast. Waar de kinderen enthousiast zijn dat je er weer bent. Leerlingen uit andere groepen vragen of je binnenkort ook nog een keer bij hun komt, of vragen naar iets wat eerder aan de orde is geweest. Waar inlogcodes klaar liggen en een briefje wat er die dag op het programma staat. Allemaal kleine dingen die het leuk maken, die je energie geven. Want dat is nodig. Invallen is namelijk niet niks, dat wordt soms nogal eens onderschat. Toch geeft het een ontzettende kick als je aan het eind van de dag alles weer tot een goed einde hebt gebracht en je op die manier voldaan naar huis kunt. 

Ik val nu ongeveer een jaar in (ik ben eind juni 2014 afgestudeerd als leerkracht basisonderwijs) en heb inmiddels dus al een beetje ervaring opgedaan. De ene dag gaat geweldig en geeft een goed gevoel, het gevoel dat ik erbij hoor, niet onderdoe voor mijn collega's. Het volgende moment kan ik me ook een ontzettend broekie voelen, na bijvoorbeeld een voorval wat ik niet direct alleen op kan lossen, pas later bedenk wat ik in een situatie had moeten zeggen of doen of in een klas komen waar je soms gewoon geen idee hebt wat je moet doen. Toch probeer ik lering te trekken uit ieder moment en het zo te zien dat ik net als de kinderen (hopelijk) iedere dag een beetje bij leer. 

Door middel van dit blog wil ik mijn ervaringen en verhalen van het invallen delen. Een mooie uitspraak van een leerling, een grappig voorval of juist frustraties en problemen die soms naar voren komen. Als uitlaatklep, maar ook om dingen later nog eens terug te kunnen lezen en hier lering uit te halen of misschien zelf wel vooruitgang te kunnen zien. 

Want invallen is elke dag weer een uitdaging. 

Sanne